De wettelijke verdeling ingevolge de wet/erfrecht
De wettelijke verdeling komt veel voor en is van toepassing bij echtgenoten of partners die kinderen hebben. Deze wettelijke verdeling is van toepassing als er geen testament is opgemaakt. Deze wet is gebaseerd op het feit dat de langstlevende verzorgd achterblijft als de partner als eerste overlijdt. De langstlevende erft alle goederen van de nalatenschap en ook de schulden komen voor rekening van de langstlevende. De kinderen verkrijgen hun erfdeel in beginsel in de vorm van een niet opeisbare vordering op de langstlevende echtgeno(o)t(e).
De wettelijke verdeling in artikel 13
De wettelijke verdeling is geregeld in artikel 13 en volgende van het Burgerlijk Wetboek en luidt als volgt:
1. De nalatenschap van de erflater die een echtgenoot en een of meer kinderen als erfgenamen achterlaat, wordt, tenzij de erflater bij uiterste wilsbeschikking heeft bepaald dat deze afdeling geheel buiten toepassing blijft, overeenkomstig de volgende leden verdeeld.
2. De echtgenoot krijgt van rechtswege de goederen van de nalatenschap. De voldoening van de schulden van de nalatenschap komt voor zijn rekening. Onder schulden van de nalatenschap zijn hier tevens begrepen de ten laste van de gezamenlijke erfgenamen komende uitgaven ter voldoening aan testamentaire lasten.
3. Ieder van de kinderen verkrijgt als erfgenaam van rechtswege een geldvordering ten laste van de echtgenoot, overeenkomend met de waarde van zijn erfdeel. Deze vordering is opeisbaar:
a. Indien de echtgenoot in staat van faillissement is verklaard of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard;
b. Wanneer de echtgenoot is overleden.
De vordering is ook opeisbaar in door de erflater bij uiterste wilsbeschikking genoemde gevallen.
4. De in Lid 3 bedoelde geldsom wordt, tenzij de erflater, dan wel de echtgenoot en het kind tezamen, anders hebben bepaald, vermeerderd met een percentage dat overeenkomt met dat van de wettelijke rente, voor zover dit percentage hoger is dan zes, berekend per jaar vanaf de dag waarop de nalatenschap is opengevallen, bij welke berekening telkens uitsluitend de hoofdsom in aanmerking wordt genomen.
5. Is de vordering, bedoeld in lid 3, opeisbaar geworden doordat ten aanzien van de echtgenoot de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan is de vordering, voor zover zij onvoldaan is gebleven, door beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op grond van artikel 356 lid 2 van de Faillissementswet wederom niet opeisbaar. Artikel 358 lid 1 van de Faillissementswet vindt ten aanzien van de vordering geen toepassing.
6. In deze titel wordt onder echtgenoot niet begrepen een van tafel en bed gescheiden echtgenoot.
Artikel 14
1. Indien de nalatenschap overeenkomstig artikel 13 is verdeeld, is de echtgenoot van de erflater tegenover de schuldeiser en tegenover de kinderen verplicht tot voldoening van de schulden der nalatenschap. In de onderlinge verhouding van de echtgenoot en de kinderen komen de schulden der nalatenschap voor rekening van de echtgenoot.
2. Voor schulden van de nalatenschap, alsmede voor schulden van de echtgenoot die konden worden verhaald op de goederen van een gemeenschap waarvan de echtgenoot en de erflater de deelgenoten waren, neemt de schuldeiser in zijn verhaal op de goederen die krachtens artikel 13 lid 2 aan de echtgenoot toebehoren, wang voor degenen die verhaal nemen voor andere schulden van de echtgenoot.
3. Voor schulden van de nalatenschap kunnen de goederen van een kind niet worden uitgewonnen, met uitzondering van de in artikel 13 lid 3 bedoelde geldvordering. Uitwinning van die goederen is wel mogelijk voor zover de geldvordering van het kind is verminderd door betaling of door overdracht van goederen, tenzij het kind goederen van de echtgenoot aanwijst die voldoende verhaal bieden.
4. De uit lid 1, tweede zin, voortvloeiende draagplicht van de echtgenoot geldt mede wanneer de schulden van de nalatenschap de baten overtreffen, onverminderd artikel 184 lid 2.
Willem dC.
“Het was mij een genoegen door u te worden begeleid. U wist met uw brede kennis en ervaring op het gebied van fiscaal-, civiel- en notarieelrecht de juiste koers uit te zetten. U mag die formule wat mij betreft met recht uw “TOVERFORMULE” noemen! In alle eenvoud, integriteit en trefzekerheid hebt u mij geholpen de zaken onverwachts in mijn voordeel te beslechten. Heel veel dank hiervoor en moge uw aanpak succesvol ten dienste blijven voor velen die het moeilijk hebben met gecompliceerde zaken en daarbij snakken naar de eerlijke, deskundige en veelzijdige juridische bijstand die u mij geleverd hebt.”
Neem contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek
Mocht u in eenzelfde situatie zitten, heeft u vragen of wilt u nader geïnformeerd worden over erfrecht, fiscaalrecht of civielrecht? U Kunt contact met ons kantoor opnemen via het contactformulier op de website www.vijzelman.nl of per email: info@vijzelman.nl