Achtergrond

In Breda is een zoon naar de rechter gestapt uit vrees dat zijn vader hem niets zal nalaten na diens overlijden. Sinds het overlijden van de moeder in 2018 is de relatie tussen vader en zoon ernstig verstoord. De zoon vermoedt dat zijn vader bewust het familiekapitaal wil verkleinen, om zo de erfenis te minimaliseren.

Conflict

De spanningen liepen op nadat de vader in een boze bui zei: “Als jij niet gauw oppast, verkoop ik mijn huis voor een habbekrats, zodat je nog geen derde krijgt van alles.” Twee jaar later verkoopt de vader inderdaad zijn woning voor €160.000, met de afspraak dat hij er levenslang gratis mag blijven wonen. De zoon denkt dat de woning minstens €75.000 meer waard was en ziet de verkoop als poging tot erfenisontduiking.

Juridische stappen

Uit voorzorg laat de zoon voor ruim €151.000 beslag leggen op de bankrekeningen van zijn vader. Daarnaast eist hij zijn deel van de nalatenschap van zijn overleden moeder, onder verwijt dat de vader misbruik zou maken van zijn positie als beheerder van het familievermogen.

Oordeel van de rechter

De rechtbank wijst alle eisen van de zoon af. Er is:

· Geen overtuigend bewijs dat de vader buitensporige uitgaven deed.

· Geen bewijs dat het huis voor een te lage prijs werd verkocht.

· Geen juridische basis voor het beslag op het geld van de vader.

· Geen grond om aan te nemen dat de vader bewust de erfenis wil verkwisten.

Uitspraak

Het door de zoon opgelegde beslag wordt per direct opgeheven. Hoewel de zoon de zaak verliest, bepaalt de rechtbank dat beide partijen hun eigen proceskosten moeten betalen, gezien de familieband.

Conclusie: De rechter oordeelt dat er geen bewijs is dat de vader zijn zoon bewust wil benadelen in de erfenis. De vertrouwensbreuk tussen vader en zoon blijft bestaan, maar juridisch gezien heeft de zoon geen recht op eerdere uitbetaling of beslaglegging.

Bron: De financiële telegraaf t21