Fiscale Aspecten: Woningen en overige onroerende zaken
– Partners en eigen woning
Fiscale partners kunnen samen maar één eigen woning hebben. Als de partners ieder een eigen 
hoofdverblijf hebben, moeten zij bij de aangifte kiezen welk verblijf ze als eigen woning 
aangeven. De andere woning valt dan in box 3. Op deze keuze kunnen ze niet terugkomen. Wel 
mogen ze ieder jaar een andere keuze maken. Geven ze beide woningen als eigen woning aan en 
doen ze niet samen aangifte, dan is van belang wie zijn aangifte als eerste indient. Die woning 
valt dan onder de eigenwoningregeling. Geven ze geen van beide woningen als eigen woning 
aan, dan vallen ze allebei in box 3 en vervalt de renteaftrek op beide woningen.
– Gezamenlijk eigenaar, geen fiscale partners
Als je met één ander eigenaar bent van de woning en daar beiden woont, ben je fiscaal partner. 
Als er meer dan twee eigenaren zijn die allemaal in het huis wonen, kan er op grond van de 
gezamenlijke eigendom geen sprake zijn van fiscaal partnerschap. Je kunt in dat geval niet 
vrijelijk kiezen wie de fiscale partner is, maar het is wel mogelijk met een van de eigenaren te 
voldoen aan een van de andere voorwaarden voor het partnerschap, bijvoorbeeld door een 
notarieel samenlevingscontract te sluiten. Omdat er geen voorwaarden zijn gesteld aan het 
notarieel samenlevingscontract (zo hoeft er geen zorgverplichting in het contract te staan), is dit 
de eenvoudigste oplossing als je fiscaal partner wilt worden van een van de mede-eigenaren. 
Degene die de mede-eigenaar is en in het huis woont, moet voor zijn deel het eigenwoningforfait 
aangeven en mag zijn eigen rente en kosten aftrekken. Als er erfpachtcanon moet worden 
betaald, is het deel dat deze persoon betaalt aftrekbaar, maar maximaal voor zijn aandeel in de 
woning. Is er en fiscale partner, dan moeten beide partners voor de gezamenlijke eigendom het 
eigenwoningforfait aangeven en mogen ze beiden rente en kosten aftrekken. Je mag naar 
willekeur een verdeling maken van het saldo als het partnerschap het hele jaar duurt. 
Als de eigenaar van een deel van het huis daar niet woont, valt dat deel met de bijbehorende 
schuld bij hem in box 3. Als iemand op grond van een gebruiksrecht in dit deel woont, moet de 
eigendom gesplitst in box 3 worden aangegeven. Alleen als het gebruiksrecht voor dit deel is 
ontstaan krachtens erfrecht, geldt voor de gebruiker de eigenwoningregeling.
Wilt u meer informatie en advies? U Kunt contact opnemen via het contactformulier op de 
website www.vijzelman.nl of per email: info@vijzelman.nl
Bron: Hoofdstuk 4 woningen en overige onroerende zaken Belastinggids (2024), p. 50-51
