Wie naar aanleiding van een nieuwe rechtsontwikkeling met succes in beroep gaat tegen afgedragen belasting, heeft recht op een proceskostenvergoeding.
Een BV had voor de registratie van drie gebruikte auto’s BPM op aangifte voldaan. Zij had tegen elke voldoening afzonderlijk bezwaar gemaakt. Tegen de in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar heeft de BV beroep ingesteld bij de rechtbank. De griffier heeft daarbij driemaal griffierecht geheven. De rechtbank heeft vervolgens de beroepen ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft de BV voor het eerst ter zitting gesteld dat men het historische BPM-tarief moet toepassen. Het hof heeft dit standpunt voor één auto gevolgd en om die reden het hoger beroep gegrond verklaard. Maar de BV is nog niet helemaal tevreden en gaat in cassatie.