De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 12 februari 1997, ECLI:NL:HR:1997: AA2098, bepaald:
dat als uitgangspunt geldt dat het tijdstip, met ingang waarvan rekening dient te worden gehouden met de gevolgen van een maatschaps- of vennootschapsovereenkomst tussen echtgenoten, niet ligt vóór het tijdstip van het aangaan van de overeenkomst. De Hoge Raad overwoog dat een uitzondering moet worden gemaakt voor de situatie waarin “een overeengekomen terugwerkende kracht op zakelijke gronden berust”. Daarom keur ik om praktische redenen het volgende goed.